Licht in de duisternis : de geheime bediening van Joo Min in Noord-Korea
Joo Min* hurkt aan de oever van de rivier en wacht tot de bewaker voorbij is. Ze kan hem zien lopen, zijn geweer zwaait mee bij elke stap. Eindelijk verdwijnt hij uit zicht. Joo Min kruipt uit haar schuilplaats, dankbaar dat het licht van de maan haar de weg wijst. Nu moet ze de rivier nog oversteken en dan is ze Noord-Korea uit. Ze hoopt aan de andere kant van de rivier voedsel en werk te vinden. Maar… wat Joo Min niet weet, is dat er aan de overkant iets heel anders op haar wacht. Iets wat haar leven voorgoed zal veranderen.
Joo Min groeit op in Noord-Korea, op een manier die kenmerkend is voor vrijwel iedereen in het land. Vanaf jonge leeftijd wordt haar de propaganda van Kim Il-sung, de Grote Leider, ingeprent. Op school leert ze dat ze in het meest fantastische land ter wereld woont. Ze bestudeert de Juche-ideologie: Noord-Korea als volkomen zelfredzaam land. Ze hoort hoe buitengewoon de leiders van haar land zijn, de enigen die haar aanbidding en genegenheid waard zijn. Want als je, zoals Kim Jong-il, onder een dubbele regenboog wordt geboren en de winter op dat moment plotseling verandert in de lente, dan moet je toch wel bijna god zijn? Maar er zijn ook vijanden, leert ze. Gevaarlijke mensen die het land willen vernietigen. “Blijf uit de buurt van de Bijbel en zendelingen”, wordt haar verteld. “Dat zijn wolven in schaapskleren.” In haar lesboeken staat dat dit Amerikaanse spionnen zijn die kinderen ontvoeren en als slaaf verkopen.
In de greep van de honger
Halverwege de jaren 90 breekt een enorme hongersnood uit in Noord-Korea, met naar schatting meer dan drie miljoen slachtoffers. Ook Joo Min en haar familie lijden onder het schrijnende voedseltekort. Als dan ook nog haar moeder overlijdt, wordt het leven wel heel zwaar voor Joo Min. “Mijn vader dronk altijd al veel, maar zijn alcoholprobleem werd erger na de dood van mijn moeder”, vertelt ze. Hij werd gewelddadig en ik was vaak heel bang. Ik ontvluchtte ons huis zo veel mogelijk. “Mijn vader gaf mij de schuld van de honger en zei dat het mijn verantwoordelijkheid was om voor het gezin te zorgen. Maar hoe kon ik? Er wás gewoon geen eten.” Joo Min ziet geen andere oplossing dan in het buitenland op zoek te gaan naar werk en voedsel. Al weet ze dat het voor Noord-Koreanen streng verboden is om het land te verlaten. “Ik had geen keus”, zegt ze. En zo komt ze aan de oever van de rivier terecht. Klaar om de oversteek naar China te wagen.
Een netwerk van hoop
Het lukt Joo Min om de rivier over te steken zonder gepakt te worden. Gelukkig maar, want anders wachtte haar jarenlange gevangenschap. “Toen ik de grens over was, wist ik niet wat ik moest doen”, vertelt Joo Min. Maar er komt hulp uit onverwachte hoek. “Er was een man die zei dat hij me naar een veilige plek kon brengen.” Deze man is een van onze veldwerkers. In het grensgebied met Noord-Korea heeft Open Doors een netwerk van schuilhuizen: veilige plekken waar vluchtelingen onderdak vinden, voldoende eten krijgen en praktische hulp ontvangen. Maar er is meer. Naast fysieke hulp wordt er ook geestelijke hulp geboden.
Voorbij de propaganda
Joo Min krijgt een plekje in een schuilhuis. “Hier hoorde ik voor het eerst over het evangelie en over Jezus. Ik wilde er ik niets mee te maken hebben. Als ik opgepakt zou worden en gedeporteerd naar Noord-Korea, zou ik extra zwaar gestraft worden vanwege contact met christenen. Dat risico wilde ik absoluut niet nemen.” Toch blijft het haar bezighouden. “Het viel me op hoe anders deze mensen waren dan de sadistische zendelingen waarover ik in mijn schoolboeken had gelezen. Ze waren juist aardig en hielpen me zonder iets terug te verwachten.” Joo Mins nieuwsgierigheid is gewekt. Ze gaat elke week naar de Bijbelstudiebijeenkomst. En ondanks alles wat ze als kind heeft geleerd, opent God haar ogen en oren voor de waarheid van Zijn woord.
Genezing door vergeving
Joo Min praat veel met de veldwerkers en andere gelovigen in het schuilhuis. Haar geloof groeit. Maar er is één pijn die ze jarenlang voor zichzelf houdt: de boosheid en haat die ze voelt voor haar vader. “Dat was een wond die niet heelde”, zegt ze. Op een keer gooit ze alles eruit. “Ik vertelde over mijn leven in Noord-Korea, hoe mijn thuissituatie was. Ik bekende dat ik mijn vader niet kon vergeven.” Samen met een veldwerker bestudeert Joo Min de Bijbel op zoek naar wat God zegt over vergeving. “Toen wist ik dat ik mijn vader moest vergeven. Het voelde alsof er een last van mijn schouders viel. In plaats van druk en pijn, voelde ik het verlangen om voor mijn vader te bidden.” Deze beslissing heeft vergaande gevolgen, want Joo Min neemt nog een besluit: “Ik wilde mijn familie over de Here Jezus vertellen.” Maar God heeft een ander plan voor Joo Min. Een plan dat haar in ongelooflijk groot gevaar brengt.
Opnieuw de rivier oversteken
In het schuilhuis volgt Joo Min jarenlang Bijbelonderwijs en leiderschapstraining. Ze wordt voorbereid op de taak waar God haar voor roept. “Ik voelde dat Hij tegen me zei: ‘Ga terug naar Noord-Korea’. Ik wist me geroepen om alles wat ik had geleerd te delen met geheime gelovigen in mijn thuisland. En daarom besloot ik de rivier opnieuw over te steken…” Dit keer niet uit financiële nood of honger, maar gedreven door de hoop en liefde van Jezus.
Licht in de duisternis
Joo Min woont nu in Noord-Korea waar ze kerkleider is in de ondergrondse kerk. “Als ik betrapt word, kom ik in een werkkamp terecht en betaal ik een hoge prijs voor mijn geloof.” Maar niets - geen honger, geen gevaar voor gevangenschap, geen dictator - kan haar tegenhouden om het Licht dat ze gevonden heeft helder te laten schijnen in de duisternis van Noord-Korea.
Noord-Korea staat op plek 1 van de Ranglijst Christenvervolging. Ontdekken in welke landen christenen vervolgd worden? Je kan op deze interactieve kaart de complete ranglijst van vijftig landen bekijken.
Praatmee