Het christelijk geloof geeft ons geen immuniteit voor afgoderij
Als alles op het spel staat, wie aanbid je dan? Als het erop aankomt, wie gehoorzaam je dan? Zo’n keuzemoment dient zich meedogenloos aan voor de drie vrienden van Daniël in het derde hoofdstuk van het Bijbelboek.
Om er zeker van te zijn dat iedereen doet wat Nebukadnezar wil en zijn beeld
aanbidt, laat hij de mensen weten dat ‘wie niet neervalt en aanbidt, op hetzelfde ogenblik midden in de brandende vuuroven [zal] worden geworpen’ (vers 6). Dit is niet zomaar een loos dreigement: de profeet Jeremia heeft Gods volk nog maar een paar decennia eerder verteld over Zedekia en Achab, ‘die de koning van Babel heeft geroosterd in het vuur’ (Jeremia 29:22). Dit zijn geen grapjes – dit is bloedserieus. Nebukadnezar zegt eigenlijk: ‘Ik heb dit geweldige beeld laten neerzetten en nu wil ik ook dat iedereen zich eraan onderwerpt en het aanbidt, want anders …’ Zoals je op je vingers kunt natellen, zegt iedereen dan: ‘Is goed, gaan we doen.’
Wil je verder lezen?
Als lid krijg je onbeperkt toegang tot cvandaag.nl
Praatmee